Vibrant Colours

Wolfgang Amadeus Mozart (1756-1791) voltooide zijn kwintet voor piano en blaasinstrumenten eind maart 1784; de combinatie van hobo, klarinet, hoorn, fagot en piano was toen helemaal nieuw. Mozart slaagde erin om een perfecte kamermuziekbalans te maken. In de langzame inleiding horen we al meteen dat de vijf instrumenten allen gelijk behandeld worden.

De Six bagatelles voor houtblaaskwintet componeerde Györgi Ligeti (1923-2006) in 1953 toen hij nog in Hongarije woonde. Bij de eerste uitvoering in 1956 werden ze niet volledig gespeeld: het laatste deel moest worden weggelaten omdat het regime dit als te “gevaarlijk” beschouwde.

Gordon Jacob (1895-1984) was een van de productiefste Engelse componisten, en hij schreef prachtige werken voor blazers. De vijf bewegingen uit zijn Sextet (1956) suggereren een mengeling van droefenis en humor en laten vele variaties in toonkleuren horen.

De Belg Joseph Jongen (1873-1953) studeerde in Luik en Parijs en schreef een immens oeuvre bij elkaar, en we kunnen stellen dat hij erin is geslaagd een geheel eigen klank te ontwikkelen. Het begin van zijn Rhapsodie (1922) heeft iets van een dromerige en impressionistische sprookjeswereld. Wanneer de piano een habanera inzet, versnelt de muziek plots en loopt over in een levendig en rapsodisch gedeelte. Op het einde keert de rust terug met aantrekkelijke solo’s voor de blaasinstrumenten.


    • Gordon Jacob, Sextet for Piano and Winds (1956)

    • Wolfgang Amadeus Mozart, Quintet in E-flat major, K. 452 (1784)

    • Györgi Ligeti, Six bagatelles pour quintette à vent (1953)

    • Joseph Jongen, Rhapsodie op. 70 (1922)

    • Ensemble: I SOLISTI


Office Volta

Communicatiebureau volta

http://www.volta.be
Vorige
Vorige

La Princesse de Polignac

Volgende
Volgende

Composers Lab showcase 2020