Serenades for Winds
Originaliteit troef in de mooiste blazersmuziek van de 18de en 19de eeuw. Mozart schreef zijn Serenade in Bes, KV 361 of Gran Partita (1781-1782). Groots is deze serenade zeker: het werk overstijgt de Harmoniemusik in al haar facetten en benadrukt de grandeur en warme klank van hobo-, klarinet-, bassethoorn- en fagotparen in combinatie met vier Franse hoorns. In de Gran Partita zit werkelijk alles: trots, ernst, statigheid, humor, melancholie, mysterie, liefde en genegenheid.
Antonín Dvořák schreef zijn blazersserenade in één geut neer bij het jaarbegin van 1878. Het werk heeft dezelfde basisopstelling als de Gran Partita van Mozart. Maar Dvořák gebruikt ook heel wat nieuwe elementen. Zo breidt hij het arsenaal onder meer uit met een contrafagot en een stevige strijkersbas in cello en contrabas. De componist meandert moeiteloos door Franse rococomotieven, Oosterse harmonieën en Duitse volksmelodieën. Toch blijft doorheen al die verschillende stijlen Dvořáks Tsjechische thuisland klinken. Het is een serenade waarin door elke noot de zon schijnt!
-
Wolfgang Amadeus Mozart, Gran Partita (1781-1782)
Antonín Dvořák, Serenade in d minor, op. 44 (1878)
-
Ensemble: I SOLISTI
Hobo: Karel Schoofs en Korneel Alsteens
Klarinet: Nele Delafonteyne en Emile Souvagie
Bassethoorn: Tomonori Takeda en Toon Quanten
Fagot: Francis Pollet, Bert Helsen en Filip Neyens
Hoorn: Anthony Devriendt, Diechje Minne, Bert Vanderhoeft en Quinten De Gelaen
Cello: Jan Sciffer
Contrabas: Tom Devaere